Politieke vragen over bouwplannen de Kule te Den Oever

Vragen over bouwplannen aan de Kule in Den Oever

Geachte leden van het college,

Na de sloop van het schoolgebouw aan De Kule in Den Oever kreeg het terrein een woonbestemming. Destijds – toen nog gemeente Wieringen – werd uitgegaan van 4 woningen. Tot de huizen gebouwd zouden worden, werden op verzoek van omwonenden een aantal parkeerplaatsen in het groen gerealiseerd.

Tijden veranderen en het plan van Beter Wonen is nu om 11 woningen te bouwen. Dat juichen wij toe, maar omwonenden maken zich zorgen over deze ontwikkeling (het niet nakomen van de gemaakte afspraak) en voorzien problemen in hun directe leefomgeving.

Daarom hebben wij een aantal vragen:

Vraag 1

Is het wel mogelijk, gezien de krappe ruimte, om op een verantwoorde manier 11 woningen toe te voegen/in de omgeving in te passen?

Vraag 2

Heeft u, gezien de smalle doorgang, rekening gehouden met de overlast die bouwactiviteiten, aan- en afvoer door de nodige vrachtwagens met zich meebrengen en hoe gaat u dit in goede banen leiden?

Vraag 3

Hoe worden de weggevallen parkeerplaatsen gecompenseerd? De ervaring leert dat er in de praktijk nu al weinig plaats is langs de openbare weg.

Ik citeer:

De Kule heeft 48 huizen en met een beetje passen en meten kunnen we 72 auto’s kwijt, dat is 1.5 parkeerplaats per woning en dat is echt de bodem, met 11 huizen erbij komen we op 88 parkeerplaatsen, nog steeds gerekend met 1.5 per woning. We krijgen in het nieuwe plan maar 63 parkeermogelijkheden terug, een verslechtering van maar liefst 25 parkeerplaatsen, daarbij komt ook nog dat er in de herinrichting met de minimale afstand die voor een parkeerplaats van toepassing is, namelijk 2.5 meter wordt gerekend. Deze parkeernorm is in deze tijd niet meer haalbaar en moet er gerekend worden met 1.8 of zelfs 1.9. In deze dorpen zijn mensen, vanwege de uitholling van voorzieningen die al jaren gaande is, aangewezen op hun auto, maar dan moet er wel sprake zijn van een redelijke voorziening om te kunnen parkeren.

Vraag 4

Klopt deze berekening en bent u het met ons eens dat wat op papier klopt in de praktijk een verslechtering is?

Het is in sommige dorpen lastig om voldoende geschikte woningbouwlocaties te vinden en gezien de woningnood ligt het voor de hand om op inbreilocaties alle ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten. Een verdichting van het aantal woningen brengt naast meer ‘steen’ en een evenredig aantal auto’s met zich mee.

Vraag 5

Hoe kunt u voorkomen dat in deze situatie door het extra ‘blik op de weg’ het dorpse, groene karakter van de omgeving aangetast wordt?

Vraag 6

Hoe heeft u de inbreng van de omwonenden verwerkt bij het maken van de plannen?

Met vriendelijke groet,

Sylvia Buczynski (PvdA)