Dakloos? verhaal no. 4

Door Ruud de Vroome op 3 september 2020

Annette is 45 jaar en woont in één van de grootste dorpen in Hollands Kroon. Ongeveer 15 jaar geleden is ze gescheiden van haar man. Ze kon geen sociale huurwoning krijgen omdat die op dat moment niet beschikbaar waren. Daarom is ze bij haar moeder ingetrokken, die een huurwoning had bij een van de woningbouwverenigingen in Hollands Kroon.

 

Omdat Annette allerlei problemen had is ze afgekeurd om te werken en ontvangt ze een uitkering. Het ging allemaal goed en ze had het samen met haar moeder gezellig. Haar moeder werd ouder en ze hielp haar met haar persoonlijke verzorging en in het huishouden.

Twee jaar geleden kreeg haar moeder een hartstilstand en kwam te overlijden. Dat was een grote klap voor Annette. Maar het werd nog erger, want van de woningbouwvereniging kreeg ze te horen dat ze de woning binnen drie maanden moest verlaten. Haar moeder was immers de huurder en met Annette had deze organisatie niets te maken. Deze sociale huurwoning stond bovendien op de nominatie om in de verkoop te gaan.

Mensen uit de omgeving van Annette en uiteindelijk ook de gemeente zijn in actie gekomen om Annette in het huis te laten wonen. Dat is gelukt na heel veel vijven en zessen. De woningbouwvereniging ging uiteindelijk overstag. Annette mag voorlopig in het huis blijven wonen.

Naast het verdriet zorgde de onzekere situatie voor veel spanning en stress. Annette krijgt nu extra begeleiding. Ze is blij dat ze niet dakloos is geworden en gelukkig zijn er mensen die haar uit haar isolement hebben gehaald. Het gaat een stuk beter met Annette.

Dit is een voorbeeld van wat veel vaker gebeurt: inwonende kinderen die de sociale huurwoning moeten verlaten (het overkomt soms zelfs tieners die wees worden). De woningbouw organisatie redeneert dat de kinderen niet de huurder zijn en dus geen rechten hebben. Dat deze mensen dan dakloos worden speelt niet mee in de opstelling van deze sociale woningbouw organisatie.

Het verhaal van Annette staat niet op zich zelf. Als je hier klikt kunt u een krantenartikel uit het AD lezen van Annica uit Didam wat hetzelfde probleem beschrijft. Het vervolg op dit verhaal kunt u lezen als u hier klikt.

Woonrecht

Wanneer een kind bij een ouder in een huurhuis woont, brengt nog geen woonrecht met zich mee. Dat is alleen wanneer je samen een duurzaam huishouden vormt. Dat wil zeggen: dat je samen de intentie hebt om in de lengte van dagen samen te huren. Denk bijvoorbeeld aan liefdesrelaties. Bij een ouder-kindrelatie is er geen sprake van een duurzame relatie. Kinderen verlaten op een gegeven moment de woning doordat ze bijvoorbeeld op zichzelf gaan wonen. Op basis van het Burgerlijk Wetboek  (artikel 7:267 BW) kunnen zij geen aanspraak maken op het huurrecht. Dat kunnen ze alleen als ze bij leven van hun ouder(s) hebben aangetoond dat ze samen met hun ouder(s) een duurzame relatie hebben.

In het geval van Annette is het maar hoe je het bekijkt. Annette had zorgtaken voor haar moeder en ze voerden samen één duurzaam huishouden. Maar dit is voer voor juristen.
Volgens het Burgerlijk Wetboek nummer 7 artikel 267 lid 1 is als je rechten wil laten gelden je dit bij leven de regelen. Wij zijn er voorstander dat in de wet ook na het overlijden de huurder dit nog kan worden geregeld. Hiervoor moet de wet wel aangepast worden. Of er zou jurisprudentie moeten komen dat het kan.

Maar dit ontslaat de woningbouw corporatie/vereniging niet van de sociale zorgplicht om een oplossing te zoeken voor de kinderen in dit soort gevallen. Je kunt deze jongeren niet zomaar het bos insturen met de mededeling zoek het maar uit. Dat vinden wij sociaal onverantwoord handelen.
Bij jonge kinderen ligt het anders. Daar komt de kinderbescherming in beeld en worden deze kinderen meestal opgenomen binnen de familie.

Ruud de Vroome

Ruud de Vroome

Politiek en sociaal democratie is wat me met de paplepel is in gegoten. Dat heeft er toe geleid dat ik op 18 jarige leeftijd lid werd van de PvdA. In mijn jonge jaren was ik politiek actief. Dat is door werk en daarbij behorende verhuizingen een beetje in het slop geraakt. In die periode bleef

Meer over Ruud de Vroome